Afgelopen donderdag hebben we mogen genieten van het besturendiner. We trapten af in Naturalis, waar we na sluitingstijd welkom waren in de LiveScience zaal. Op deze bijzondere locatie heeft Bas Reichert ons verteld over de ontwikkeling van het Leiden Bio Science Park en de verbinding met de rest van de stad. Stéfan Ellenbroek heeft vervolgens het Unlock_ programma toegelicht. Dit programma heeft als doel om goede ideeën op het gebied van Life Science & Health te helpen ontwikkelen tot succesvolle start-ups. Wetenschap en ondernemerschap komen hier samen.
Te fiets en te vaart zijn we vervolgens op weg gegaan naar de nieuwe laad- en loswal. Op de boot konden we ondertussen genieten van elkaars gezelschap en een heerlijk voorgerecht. Eenmaal bij de laad- en loswal gaven Wilmar Treffers en Menno Mevissen een presentatie over hoe het water ingezet kan worden om Leiden binnenkort duurzaam te bevoorraden. De laad- en loswal gaat daar een belangrijke rol in spelen. Wilmar Treffers: “De cityterminal is een openbare plek waar weg en land elkaar raakt en daardoor geschikt als overslagplek. Zo kunnen we de stad emissievrij bevoorraden met een goede balans tussen land en water, net zoals Leiden vroeger al deed.”
Terug op de boot werd er doorgepraat over de presentatie en druk gekeken welke bruggen hoog genoeg waren voor het goederenvervoer over water. We stapten uit bij het academiegebouw van de Universiteit Leiden, om in de Faculty Club te genieten van het hoofd- en nagerecht. Na het eten stonden Nico Tates en Bastiaan de Roo stil bij het tienjarige bestaan van Ondernemend Leiden en bij de stadsbrede samenwerking tussen alle partners. Met de ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst door alle voorzitters is de stadsbrede samenwerking nu officieel bekrachtigd. Deze overeenkomst biedt de basis om ook de komende jaren ons mooie werk te blijven doen. Over de stadsbrede samenwerking zal binnenkort een persbericht volgen.
Het was een mooie dag, waarin we hebben genoten van iedereens aanwezigheid, onze successen hebben kunnen vieren en we vooruit hebben gekeken naar het werk wat nog gedaan moet worden.